Als natuurlijke bron voor de warmtepompen wordt een bodemopslagsysteem toegepast. Hierbij wordt in de wintermaanden grondwater opgepompt waaruit, bij voorkeur zonder tussenkomst van een scheidingswarmtewisselaar, de warmtepomp warmte uit het grondwater onttrekt. Het hierdoor afgekoelde grondwater wordt op een andere locatie weer in de bodem geïnjecteerd. We spreken hierbij over een ‘‘warme bron’’ en een ‘‘koude bron’’. De combinatie van de twee bronnen wordt een bodemopslagsysteem genoemd.
In de zomermaanden is het mogelijk de pomprichting te veranderen waardoor het grondwater uit de koudebron, via een scheidingswisselaar zijn kou kan afgeven ten behoeve van ruimtekoeling van de aansluitingen. Het hierdoor opgewarmde grondwater wordt in de warme bron geïnjecteerd en de gemiddelde onttrekkingtemperatuur uit de warme bron kan hierdoor zelfs stijgen.